Het beroep

In Nederland zijn ongeveer 35.000 doktersassistenten actief. Doktersassistenten staan garant voor laagdrempelige en toegankelijke zorg. Daarom zijn zij onmisbare schakels binnen de ketenzorg en tussen de (huis)arts en de patiënt.

De NVDA behartigt de belangen van de doktersassistenten en triagisten in Nederland. Ondersteun jouw beroep en word lid van de NVDA!

Wat doet een doktersassistent?

  • Bepaalt de urgentie van de zorgvraag en de daarbij passende vervolgactie (triage)
  • Adviseert en informeert de patiënt
  • Voert medisch-technische handelingen uit
  • Draagt bij aan de organisatie van de praktijk of afdeling
  • Houdt patiëntgegevens bij
  • Verzamelt monsters voor onderzoek
  • Voert eenvoudige analyses uit (bloed-, fluor-, urine- en ontlastingsonderzoek)
  • Verzorgt wonden
  • Maakt ECG’s
  • Assisteert bij behandelingen
  • Geeft advies en voorlichting
Medisch technische handelingen

JBp20150917-8372Frequent voorkomende medisch-technische handelingen voor doktersassistenten.

Al deze handelingen worden uitgevoerd in opdracht van de arts en zijn vastgelegd in werkafspraken.

Handelingen die aangemerkt zijn met een * zijn voorbehouden handelingen zoals opgenomen in de Wet BIG.

  • Allergietests uitvoeren
  • Assisteren arts bij medische verrichtingen
  • Bloedafname door middel van vingerprik en venapuntie*
  • Cervixuitstrijkjes afnemen
  • Corpus alienum verwijderen
  • Eerste hulp (somatisch) verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken, ademstilstand en circulatiestilstand
  • Functiemetingen zoals tensiemeting, visusbepaling, audiometrie, ecg’s maken, 24 uurs metingen, fietsergometrie, enkel- en armindex bepalen, spirometrie
  • Injecteren*: intracutaan, subcutaan, intramusculair
  • Laboratoriumbepalingen, zoals bloed-, urine- of ontlastingsonderzoek
  • Medicatie checken en registreren voor autorisatie of controle door arts
  • Medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via de slijmvliezen (bijvoorbeeld zalven, druppelen, spoelen)
  • Monsters verzamelen (steriel en niet-steriel materiaal) ten behoeve van diagnostiek, zoalshuidbiopten*, neuskwab, soa-testen
  • Oren uitspuiten
  • Vragenlijsten afnemen
  • Wondzorg: hechten*, lijmen, reinigen/spoelen, wondbedekkers aanbrengen, zwachtelen, tampons verwijderen, hechtingen verwijderen
  • wratten aanstippen
  • Zwachteltechnieken toepassen

Basishouding

De basishouding van de doktersassistent in haar beroepsmatig handelen berust op:

  • Integriteit
  • Vertrouwensrelatie met de patiënt/cliënt
  • Verantwoordelijkheid
  • Respect voor de patiënt/cliënt
  • Deskundigheid

Zie de Beroepscode Doktersassistent

Doktersassistent 3.0

Na versie 1.0 (verantwoordelijk voor de administratie) en 2.0 (bekwaam in medisch-inhoudelijke zaken en triage), zou je de huidige doktersassistent versie 3.0 kunnen noemen: initiatief nemen, zelfkritisch zijn en proactiviteit.

Zelfstandig

Doktersassistenten werken vaak in een hectische omgeving. Ze delen hun werk zelfstandig in en stellen prioriteiten als taken onverwacht of gelijktijdig op hen afkomen. Als doktersassistent handel je zelfbewust.

Opleiding

De meeste doktersassistenten hebben hun diploma behaald aan een CREBO-erkende opleiding die specifiek tot doktersassistent opleidt .

Kwaliteit

Doktersassistenten moeten kwalitatief goede zorg bieden aan patiënten/cliënten. Het is een vereiste dat doktersassistenten hun kennis en kunde op peil houden.

De NVDA heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Hierbij staat het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de zorg aan de patiënt centraal. Het bevorderen van de deskundigheid aan de doktersassistent en de beroepsontwikkeling zijn speerpunten van het beleid.

De NVDA stimuleert de kwaliteit door:

Veilig en Gezond

Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden zijn belangrijk voor zowel werkgevers als werknemers. Iedere werkgever is verplicht een arbobeleid te voeren, om ook te voldoen aan de voorschriften die zijn vastgesteld door de overheid. Deze voorschriften zijn opgenomen in de arbowet en het arbobesluit.

De manier waarop een werkgever hier precies invulling aan geeft, bepaalt hij/zij zelf. De werkgever moet wel de Arbocatalogus volgen, waarin de afspraken staan op branche- of sectorniveau. Een dergelijke catalogus is goedgekeurd door de Inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en geldt als toetsingsmiddel bij inspecties op de werkplek. Bij je werkgever kun je opvragen welke Arbocatalogus voor jou geldt.

Doorgroeien

Doktersassistenten kunnen doorstromen naar de functie van coördinerend doktersassistent, triagist, praktijkondersteuner (POH), spreekuurondersteuner (SOH) en praktijkmanager.

Waar werken doktersassistenten?

arbodienst (arbeidsomstandigheden)

De arbodienst ondersteunt organisaties bij een zodat die aan hun medewerkers goede begeleiding kunnen bieden op het gebied van werk en gezondheid.

Doktersassistenten werken aan de telefoon en aan de balie en assisteren de bedrijfsarts.

Wat doet de doktersassistent?

Medisch-technische handelingen tijdens gezondheidskeuringen en periodieke keuringen (bijvoorbeeld voor de brandweer of politie), zoals:

  • bloedafname
  • longfunctie
  • oogtest
  • ECG’s en audiogrammen
  • fietsergometrie
  • adviezen geven over bijvoorbeeld leefstijl
gezondheidscentrum/ eerstelijnscentrum

In een gezondheidscentrum of eerstelijnscentrum bieden verschillende zorgverleners hun diensten aan vanuit hetzelfde gebouw.

De huisartsen vormen vaak de basis van de zorgverlening.

Wat doet de doktersassistent?

De taken en verantwoordelijkheden van doktersassistenten zijn vergelijkbaar met die in de huisartsenpraktijk. Een wezenlijk verschil is dat de doktersassistent voor meerdere zorgverleners kan werken. Dat komt door de multidisciplinaire setting van het gezondheidscentrum.

Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)

Bij de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) gaat het om het voorkomen en bestrijden van risico’s voor de volksgezondheid. Daarbij kun je denken aan infectieziekten zoals TBC en hepatitis B.

Doktersassistenten werken aan de telefoon en aan de balie. Verder assisteren zij de arts bij onderzoeken en medische verrichtingen.

Wat doet de doktersassistent?

  • onderzoekgegevens registreren
  • onderzoek doen
  • medisch-technische handelingen, zoals het zetten en aflezen van Mantoux (TBC), bloed afnemen en röntgenfoto’s maken

De doktersassistent werkzaam bij een GGD voert triage uit aan de telefoon: waarvoor komt iemand en welke onderzoeken zijn er nodig? Vervolgens plant zij deze in. Zij werkt mee aan bron- en contactopsporingen. Zij stuurt aan de balie de andere medisch-technische medewerkers aan die ingeroosterd zijn voor de röntgenkamer en laboratorium.

Screening

De doktersassistent heeft haar eigen spreekuren op verschillende locaties. Zij organiseert deze zelfstandig en voert ze uit aan de hand van de protocollen. Zij verricht medisch-technische handelingen in het kader van (de organisatie van) screening en behandeling, bijvoorbeeld naar tuberculose en de verschillende vormen van hepatitis. Ook in de behandeling speelt zij een rol.

Verder werken er bij de GGD doktersassistenten op de SOA-afdeling, reizigersafdeling en afdeling Jeugdgezondheidszorg. Zij hebben hun eigen specifieke werkzaamheden.

huisartsenpost (HAP) en Spoedeisende hulp (SEH)

Een huisartsenpost (HAP) biedt buiten kantooruren, in het weekend en op feestdagen huisartsenzorg aan mensen met klachten die niet tot de volgende werkdag kunnen wachten. Patiënten spreken altijd eerst met de triagist aan de balie of aan de telefoon.

Veel triagisten zijn doktersassistenten met een aanvullende opleiding tot triagist. Doktersassistenten op een HAP zijn speciaal.

Spoedeisende Hulp (SEH)

Een HAP kan ook zorg verlenen in samenwerking met de spoedeisende hulp (SEH) in een ziekenhuis. Triagisten werken dan direct samen met de medewerkers van de SEH.

Dag van de Triagist

Op initiatief van de NVDA is de laatste donderdag van september de Dag van de Triagist.

Film

huisartsenpraktijk

Patiënten met gezondheidsproblemen nemen contact op met de huisartsenpraktijk. Patiënten spreken altijd eerst met de doktersassistent aan de balie of aan de telefoon.

De grootste groep doktersassistenten werkt in de huisartsenzorg: in een solopraktijk, een samenwerkingsverband van huisartsen of in een multi-disciplinair gezondheidscentrum.

Wat doet de doktersassistent?

  • bepaalt de urgentie van de zorgvraag en de daarbij passende vervolgactie (triage)
  • adviseert en informeert de patiënt
  • voert medisch-technische handelingen uit (bijvoorbeeld: oren uitspuiten, cervixuitstrijkjes maken, bloeddruk meten, wonden behandelen)
  • plant spreekuren en huisbezoeken
  • organiseert de jaarlijkse griepvaccinaties
  • beheert aanvragen voor herhaalrecepten
  • beheert de voorraad en draagt zorg voor de praktijkruimte
  • draagt bij aan de organisatie van de praktijk

Een eigen spreekuur

Taken en verantwoordelijkheden van de doktersassistent kunnen per praktijk verschillen. Die worden namelijk bepaald in overleg met de huisarts.

Praktijkaccreditatie

Elke praktijk streeft naar de beste kwaliteit van zorg voor patiënten. NHG-praktijkaccreditering is een kwaliteitskeurmerk. Om dit kwaliteitskeurmerk te verkrijgen doorloopt de praktijk een procedure. Deze procedure is tevens een hulpmiddel om de kwaliteit van de praktijk te organiseren, te toetsen en te verbeteren, mét focus op de patiënt.

Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) draagt zorg voor onderzoek van kinderen op het consultatiebureau en op school. De JGZ zorgt daarnaast voor voorlichting over gezondheid, opvoeding en ontwikkeling.

Gemeenten laten de JGZ vaak uitvoeren door de GGD’en.

Wat doet de doktersassistent?

  • screent kinderen aan de hand van zintuigonderzoek en vragenlijsten
  • geeft adviezen en voorlichting, bijvoorbeeld over voeding, luizen en gebitsverzorging
  • vaccineert
ziekenhuis

Patiënten gaan naar een ziekenhuis voor consultatie van een specialist, voor een onderzoek of een ingreep.

Doktersassistenten werken bij diverse afdelingen van het ziekenhuis (polikliniek, operatieafdeling, radiotherapie-afdeling). Hun taken kunnen per poli of afdeling verschillen. Op de poli Chirurgie zijn de werkzaamheden bijvoorbeeld anders dan op de poli KNO.

Wat doet de doktersassistent?

  • spreekuren plannen
  • de urgentie van de zorgvraag en de daarbij passende vervolgactie bepalen (triage)
  • de patiënt adviseren en informeren
  • medisch-technische handelingen
  • de arts assisteren bij onderzoeken en medische verrichtingen
  • patiënten begeleiden bij onderzoeken
  • onderzoekstaken (bijvoorbeeld onderzoek van testen van ogen, oren, hart of longen)

Doktersassistenten kunnen zich specialiseren, bijvoorbeeld als:

  • audiologieassistent
  • cardiologieassistent
  • dermatologieassistent
  • endoscopieassistent
  • kno-assistent
  • longfunctieassistent
  • operatieassistent

Bij- en nascholing

In een aantal gevallen geven respondenten nadrukkelijk aan dat de NVDA-activiteiten herkenbaar op de tweedelijns gezondheidszorg gericht moeten zijn en niet (alleen) op de eerstelijns gezondheidszorg.

Op het gebied van bij- en nascholing voor de tweedelijns gezondheidszorg is behoefte aan specifieke onderwerpen voor ziekenhuizen:

  • wondverzorging
  • interpreteren van röntgenfoto’s/laboratoriumuitslagen
  • omgaan met patiënten/omgaan met agressie
  • omgaan met kinderen
  • informatie over nieuwe medische technieken/nieuwe medische handelingen (per specialisme)

Bijeenkomsten organiseren

De NVDA bezoekt een aantal ziekenhuizen door het hele land. Ben jij NVDA-lid en heb je interesse in het medeorganiseren van zo’n avond in jouw eigen ziekenhuis? Leuk, meld je aan!

Filmpje

 

zzp of oproepkracht

Doktersassistenten kunnen ook werken als zzp-er of oproepkracht.

overige werkvelden

Doktersassistenten kunnen in heel verschillende werkvelden werken.

Bijvoorbeeld:

  • asielzoekerscentrum
  • gehandicaptenzorg
  • gevangenis
  • laboratorium/ bloedbank
  • medische dienst defensie
  • multinationals met reizende werknemers
  • privékliniek
  • verpleeg- of verzorgingshuis

Wet- en regelgeving

Voor de uitoefening van je beroep heb je te maken met de:

Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ)
De KWZ, de Kwaliteitswet Zorginstellingen, stelt kwaliteitseisen aan de zorginstelling waar de doktersassistent werkt. Volgens deze wet moet de zorginstelling verantwoorde zorg aanbieden: zorg van een goed niveau die in ieder geval doeltreffend, doelmatig, patiëntgericht is en aansluit op de reële behoefte van de patiënt.

De zorginstelling moet zorgen voor:

  • voldoende personeel
  • voldoende deskundig personeel
  • voldoende materieel
  • voldoende geschikt materieel
  • een duidelijke verantwoordelijkheidstoedeling van personeel
  • het aan alle medewerkers aanbieden van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
  • een systeem voor bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg
  • melding bij de Inspectie Gezondheidszorg van calamiteiten en seksueel misbruik
  • een jaarverslag waarin verantwoording wordt afgelegd voor geboden zorg
Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg (WBIG)
Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)

JBp20150714-5292De WGBO, de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst, beschrijft de rechten en plichten van cliënten in de zorg. Doktersassistent moeten in hun beroepsuitoefening met deze rechten en plichten rekening houden.

De WGBO in het kort

  • Het recht op informatie over de medische situatie van de patiënt. In begrijpelijke taal wordt de patiënt/cliënt geïnformeerd over de diagnose, de noodzaak van verder onderzoek, hoe hij over de onderzoeksuitslag geïnformeerd wordt en wanneer, het verloop van een behandeling, eventuele risico’s van onderzoek of behandeling, vooruitzichten na behandeling, mogelijke andere oplossingen voor de gezondheidsproblemen en hoe hij zelf kan bijdragen aan een goed behandelresultaat. De patiënt kan weigeren om geïnformeerd te worden. Als dit niet in het belang van de patiënt is, hoeft hij niet altijd overal over geïnformeerd te worden
  • Het toestemmingsvereiste. In principe is behalve goede informatievoorziening voor de behandeling ook toestemming van de patiënt nodig. Uitzonderingen gelden als de patiënt te jong of wilsonbekwaam is
  • Het recht op inzage in het medisch dossier. De patiënt/cliënt kan hier mondeling of schriftelijk om vragen. Inzicht in het dossier wordt alleen gegeven aan de patiënt/cliënt zelf. Uitzonderingen gelden voor kinderen jonger dan twaalf en bij wilsonbekwaamheid.
  • Het recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim)
  • Het recht op vrije artsenkeuze
  • Vertegenwoordiging van patiënten die niet zelf kunnen beslissen. Zoveel mogelijk in overleg met de patiënt/cliënt neemt de (wettelijk) vertegenwoordiger de beslissingen. Volgens de WGBO zijn dat in volgde de curator of mentor van de patiënt, een door de cliënt in een schriftelijke verklaring benoemde gemachtigde, de echtgenoot/geregistreerde partner/levensgezel van de cliënt, een ouder/kind/broer/zus van de cliënt

Uitzonderingen

De WGBO regelt uitzonderingen op de toestemmingsvereiste, bijvoorbeeld om levensgevaar of ernstige schade te voorkomen. Uitzonderingen op het beroepsgeheim kunnen gemaakt worden als de patiënt/cliënt daarmee instemde, als andere zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn informatie nodig hebben, op grond van wettelijke voorschriften (zoals een meldingsplicht bij infectieziekten), ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en als er sprake is van een conflict van plichten (zoals zich kan voordoen bij huiselijk geweld of kindermishandeling).

Wilsonbekwaamheid

Bij wilsonbekwaamheid kan een ander dan de patiënt/cliënt om toestemming gevraagd worden. Van wilsonbekwaamheid is sprake als de patiënt/cliënt informatie over de behandeling niet kan begrijpen en afwegen, niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn en/of geen besluit kan nemen. Of een patiënt wilsonbekwaam is, wordt per situatie beoordeeld. Bij wilsonbekwaamheid wordt de patiënt vertegenwoordigd door eerste instantie de (door de rechter benoemde) curator/mentor van de patiënt, als die er niet is door degene die door de patiënt/cliënt daartoe schriftelijk gemachtigd is, als die er niet is door de (niet benoemde, vrijwillige) echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt of (tenslotte) door de ouder/kind/broer/zus.

Jonger dan 12 jaar

Wanneer kinderen jonger zijn dan twaalf jaar mogen zij geen eigen beslissing nemen over een behandeling. De ouders/verzorgers, gemachtigde of mentor worden dan geïnformeerd. Vanaf twaalf jaar nemen kinderen samen met hun ouders een beslissing over de behandeling, zodat dan zowel de patiënt als ouders/verzorgers de informatie over de behandeling ontvangen. Vanaf zestien jaar krijgen patiënten de informatie zelf.

Zie ook informatie van de Rijksoverheid

Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)

Zorgverleners moeten op grond van de Wbp zorgvuldig omgaan met persoonlijke en medische gegevens van patiënten/cliënten. Verstrekking van medische gegevens aan derden is toegestaan als dit verenigbaar is met het doel waarvoor ze verzameld zijn en verstrekking een wettelijke grond heeft.

 

Meer informatie

 

Contact

Kantoor NVDSNVDA
Amalialaan 41 C
3743 KE Baarn

(085) 482 44 00
secretariaat@nvda.nl

#doktersassistent

Neem contact met ons op

Privacy

Samenwerkingspartners

Bevolkingsonderzoeken en screeningenStichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg