Zorgbonus: nader advies NVDA - NVDA

Zorgbonus: nader advies NVDA

Van onze leden krijgen wij vragen over de zorgbonus. Met name vragen over de werkgever die de zorgbonus niet wil aanvragen, terwijl het team de mening heeft dat men wel voor de zorgbonus in aanmerking komt. De NVDA kan in dit soort kwesties alleen nader advies geven.

Of een medewerker in aanmerking komt voor een zorgbonus is zo specifiek en afhankelijk van de concrete werksituatie dat het echt een zaak is tussen werkgever en werknemer met als basis de handreiking van het ministerie van VWS. Veel discussie zal gaan over: ‘is er een uitzonderlijke prestatie geleverd’.

Doktersassistenten en triagisten zijn beroepen die in aanmerking komen voor de zorgbonus als men een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd! Onderstaand een nadere uitwerking van de definitie ‘uitzonderlijke prestatie’, die in onze ogen genoeg handvatten biedt om met de werkgever in gesprek te gaan.

Wat zegt de handreiking over uitzonderlijke prestatie

Een zorgaanbieder kan zelf samen met zijn team het beste inschatten welke zorgprofessional tijdens de uitbraak van COVID-19 een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd. De inzet van zorgprofessionals kan namelijk van geval tot geval verschillen. Het kabinet treedt daarom niet in die verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder kan, op grond van de uitgangspunten van de subsidieregeling (zie handreiking), zelf bepalen welke zorgprofessionals in aanmerking komen voor een bonus op grond van de subsidieregeling.

Twee doelgroepen komen in aanmerking

Er zijn in principe twee doelgroepen zorgprofessionals, zo stelt de handreiking, die in aanmerking komen voor de bonus. Bij beide groepen gaat het om personen die werkzaamheden hebben verricht in de periode van 1 maart 2020 tot en met september 2020.

  • De eerste groep betreft degenen die zich specifiek hebben ingezet voor patiënten en cliënten met het COVID-19 virus.
  • De tweede groep zijn degenen die op andere wijze hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19. Uiteraard kan er een overlap zitten hiertussen: een zorgprofessional kan zich zowel hebben ingezet voor patiënten, als op andere wijze hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19. Dit heeft geen gevolgen voor de hoogte van de bonus.

Met de eerste groep van personen (degenen die zich hebben ingezet voor patiënten en cliënten met COVID-19) wordt gedoeld op:
Zorgprofessionals die zijn ingesprongen en/of hebben meegeholpen om (vermoedelijke) patiënten of cliënten met COVID-19 te verzorgen, verplegen, begeleiden, behandelen, op te vangen of triage te verlenen.

De tweede groep van personen heeft op andere wijze bijgedragen in de strijd tegen COVID-19. Hieronder vallen uiteraard vele verschillende soorten activiteiten, maar hierbij kan onder andere worden gedacht aan:

  1. Zorgprofessionals die extra uren hebben gewerkt als direct gevolg van de strijd tegen COVID-19. Hierbij kan ook worden gedacht aan zorgprofessionals die geen vakantie of verlof hebben kunnen opnemen als gevolg van de COVID-19 uitbraak, of die meer uren hebben gewerkt bijvoorbeeld doordat collega’s ziek zijn geworden;
  2. Zorgprofessionals die de reguliere zorg onder uitzonderlijke en zware omstandigheden draaiende hebben gehouden gedurende de genoemde periode, omdat collega’s werden ingezet om patiënten of cliënten met COVID-19 te verplegen, verzorgen, of begeleiden, dan wel door het verlenen van triage;
  3. Zorgprofessionals die door middel van preventie ervoor hebben gezorgd dat het COVID-19 virus niet verder is verspreid. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden in het kader van bron- en contactonderzoek, het opzetten van (extra) COVID-19 zorg- en behandellocaties en het inrichten van nieuwe locaties om veilig zorg te verlenen.

In het gesprek met de werkgever kun je ook nog naar het NIVEL-onderzoek verwijzen dat aangeeft dat doktersassistenten in de frontlinie stonden tijdens de corona-uitbraak.

Voor wie niet

De subsidieregeling is specifiek bedoeld voor die zorgprofessionals die tijdens de uitbraak van COVID-19 uitzonderlijke prestaties hebben moeten leveren, naast de gewoonlijke dagelijkse prestaties. De verwachting van het ministerie is dat niet alle zorgprofessionals deze uitzonderlijke prestaties hebben geleverd tijdens de uitbraak van COVID-19.

Voor sommige zorgprofessionals is het werk grotendeels stil te komen liggen. Ook zijn er zorgprofessionals, waarvan weliswaar het werk niet is stil komen te liggen, maar die hun werk in aangepaste vorm hebben kunnen uitvoeren, waardoor zij geen aanvullende risico’s hebben gelopen en ook geen uitzonderlijke prestaties hebben hoeven leveren. Of dat in een specifieke werksituatie zo is geweest kunnen alleen werkgever en het team met elkaar vaststellen.

Zie ook

Dossier Zorgbonus (alleen voor leden)

[besloten]

[su_posts template=”templates/list-loop.php” posts_per_page=”-1″ post_type=”nieuws” taxonomy=”nieuws-tag” tax_term=”8471″ order=”desc”]

[/besloten]