Wat betekent de miljoenennota voor doktersassistenten - NVDA

Wat betekent de miljoenennota voor doktersassistenten

Naast allerlei beleidsmaatregelen in de miljoenennota, is de NVDA blij met de erkenning in de troonrede en miljoenennota van de inspanningen die het zorgpersoneel tijdens de coronacrisis hebben geleverd.

‘In een onderzoek van onderzoeksbureau Nivel eind juni blijkt dat doktersassistenten het drukker hadden in coronatijd. Zij stonden in de frontlinie’, aldus NVDA-voorzitter Kees Gillis. ‘Dat is ook gezien door de politiek en dat lezen we terug in de miljoenennota’.

In de troonrede van Prinsjesdag 2020 sprak de koning ook over de Nederlandse zorg die ‘van wereldklasse’ is, maar hij sprak ook dat er ‘een grens is aan de spankracht van de zorginstellingen en de mensen die er werken.’ Een uitspraak die de NVDA alleen maar kan onderschrijven.

De NVDA is ook blij dat het kabinet met voorstellen komt om zoveel mogelijk mensen voor de zorg te behouden en nog meer mensen te verleiden voor deze sector te kiezen, bijvoorbeeld met meer doorgroeimogelijkheden, minder administratie en meer zeggenschap. Daar trekt het kabinet € 130 miljoen voor uit. De waardering voor de werkers in de zorg komt ook tot uitdrukking in een extra bonus voor extra inspanningen, dit jaar en volgend jaar. De NVDA heeft aan alle relevante partijen al meerdere malen aangegeven dat doktersassistenten en triagisten hier uiteraard ook voor in aanmerkingen moeten komen. Ons pleidooi voor een salaris dat meer recht doet de zwaarte van het beroep, blijven we onverminderd voortzetten. Vooral om doktersassistenten te behouden voor het beroep en om nieuwe doktersassistenten op te leiden.’

Innovatie ook voor doktersassistenten

Volgens het kabinet geeft de coronacrisis ook aanleiding om goed te kijken naar de organisatie van de zorg. Door de coronacrisis is de inzet van verschillende innovaties, zoals het leveren van zorg op afstand, versneld. Meer dan ooit worden e-health en technologie toegepast om Nederland gezond te maken en te houden. De koudwatervrees voor beeldbellen, of andere technologische hulpmiddelen lijken grotendeels weggenomen, maar het bestendigen hiervan voor de toekomst zal de aandacht vragen. Daarbij kan de effectiviteit van de zorg sterk verbeteren wanneer enkel de juiste zorg op de juiste plek wordt geleverd.

Volgens de regering blijkt uit onderzoek dat een groot gedeelte van de zorg net zo goed of zelfs beter thuis of dichter bij huis kan worden geleverd (bijvoorbeeld door toepassing van e-health) ‘We zullen nauwlettend volgen wat deze beleidsvoornemens voor doktersassistenten en triagisten gaan betekenen en actief inspelen richting politiek op in onze ogen de mogelijke uitholling van ons beroep’, aldus Kees Gillis.

Weerbarstige praktijk

‘Voor de lange termijn’, aldus het kabinet, ‘dringen zich lessen op, die bijvoorbeeld te maken hebben met de organisatie van de zorg en de werkdruk van het zorgpersoneel, de vraag of meer zorg op afstand mogelijk is en de noodzaak van preventie en zorginnovaties’. Het oppakken van dit soort thema’s kan de NVDA volledig onderschrijven, maar we kunnen deze beleidsvoornemens pas echt beoordelen als er concrete voorstellen voor verandering liggen.

Kees Gillis: ‘Ik ben altijd voorzichtig om me te enthousiast uit te laten over dit soort voornemens. In de vorige miljoenennota kon men lezen dat met het sportakkoord en het preventieakkoord de regering de toekomstige zorgvraag wil beïnvloeden. Volgens de regering waren in 2019 de vragen voor de lange termijn: hoe houden we de zorg goed en toegankelijk voor iedereen? Hoe zorgen we straks voor genoeg liefdevolle handen aan het bed en in de thuiszorg – de onmisbare mensen die dag en nacht beschikbaar zijn? En hoe passen we technische zorginnovaties op brede schaal toe?’

‘Voor de zomer van 2020 zou de regering daarom de contouren voor de toekomstige organisatie van de zorg schetsen. Ik geloof zeker in de goede voornemens van de regering, maar de praktijk is weerbarstiger. De NVDA zet ook in op zorginnovatie, maar ons complexe zorgstelsel maakt dat lastig. Versimpel het zorgstelsel en maak zo ruimte voor vernieuwing en het bieden van de juiste zorg op de juiste plek, waarbij de doktersassistent en triagist een belangrijke en kosteneffectieve rol kunnen blijven spelen’.

Ziekenhuizen

Inmiddels is er weer meer ruimte voor reguliere zorg in de ziekenhuizen. Dat is ook nodig, want veel van de reguliere zorg is blijven liggen tijdens de epidemie: huisartsen deden naar schatting 717 duizend minder verwijzingen naar het ziekenhuis in de eerste drie maanden na de uitbraak. Dat betekent dat patiënten met bijvoorbeeld kanker of hart- en vaatziekten moesten wachten op behandelingen. Het inhalen van de uitgestelde zorg betekent dat ook in de komende periode nog veel gevraagd wordt van het Nederlandse zorgpersoneel en dus ook van bijvoorbeeld doktersassistenten in ziekenhuizen.

Zie ook